Hoofdstuk 33, oefening 195: Philoctetes wordt niet met een list, maar door het lot naar Troje geleid
Categorie: Boek > Fabulae
Helenus, een Trojaanse krijgsgevangene en zeer beroemd ziener, had de Grieken voorspeld, dat Troje niet ingenomen kon worden zonder de boog van Hercules, die Philoctetes nog steeds in zijn bezit had. Daarom zonden de vorsten Ulixes, samen met Neoptolomus, de zoon van Achilles, naar Lemnos om die boog te zoeken.
Op dat eiland doorboorde Philoctetes met zijn pijlen vogels om in leven te blijven. Zeer vaak echter werd hij door zo’n hevige pijn gekweld, dat hij na een pijnaanval verlamd raakte en lange tijd bewusteloos neerlag.
Toen de mannen op Lemnos waren aangekomen, verborg Ulixes zich en beval hij Neoptolomus om Philoctetes te overreden, aan boord te gaan. “Als hij niet aan boord wil komen, beloof dan dat je hem naar Griekenland, niet naar Troje zal brengen,” zei de sluwe Ulixes tegen de zoon van Achilles. Omdat Neoptolomus Philoctetes zo aanpakte, vertrouwde de ongelukkige man de dappere jongeling en gaf hem, toen hij opnieuw door pijn overwonnen werd, zijn boog in bewaring. Zodra Philoctetes buiten bewustzijn was, beval Ulixes Neoptolomus de boog te houden, maar Neoptolomus heeft dat niet willen doen. Integendeel, toen Philoctetes bij bewustzijn kwam, gaf hij hem de boog terug en maakte het bedrog kenbaar. Ja zelfs beloofde hij, dat hij hem echt naar Griekenland zou brengen; hij wilde zelf niet naar Troje terugkeren. Philoctetes prees de zoon van Achilles, omdat hij in grootheid van geest zijn vader evenaarde. Tevergeefs ging Ulixes tekeer, toen de mannen zich voorbereidden om snel aan boord te gaan.
Maar dan verschijnt Hercules. Hij zei tegen Philoctetes, dat hij liever zag, dat hij naar Troje ging, omdat de goden dit wilden. “Jouw vader heeft mij gehoorzaamd, beste Philoctetes, toen ik, op de brandstapel staande, hem aanspoorde, om het hout aan te steken. Nu wil ik dat ook jij gehoorzaamt.”
Philoctetes, een man die opviel door zijn plichtsbesef, heeft gehoor gegeven aan het woord van Hercules en samen met zijn vriend Neoptolomus en de gehate Ulixes is hij naar Troje getogen. Daar is hij tenslotte door Apollo beter gemaakt.
Omdat het Palladium uit de burcht gesleept was en Philoctetes met zijn boog teruggevoerd, verhinderde niets meer, dat Troje ingenomen werd.

Qui quae vult dicet, quae non vult audiet. Wie zegt (zal zeggen) wat hij wil, zal horen wat hij niet wil (cf. Terentius Andr. 920)