Hoofdstuk 29, oefening 175
(on)voltooide deelwoorden
ev = enkelvoud, mv = meervoud, naamvallen: 1,2,3,4,5
M = mannelijk, V = vrouwelijk, O = onzijdig
1 laudatorum : geprezen (mv 2, M, O)
2 monitos : gewaarschuwd (mv 4, M)
3 auditis ; gehoord (mv 3, 5) / jullie horen
4 ductam : gevoerd (ev 4, V)
5 laudati sunt : zij zijn geprezen (M)
6 monitus sis : dat jij gewaarschuwd bent (M)
7 audita erat : zij was gehoord (V)
8 recti erimus : wij zullen zijn geregeerd (M)
9 portatus esse : gedragen te zijn (M)
10 dictum erit : het zal gezegd zijn (O)
11 parati essent : dat zij voorbereid waren (M)
12 puniti sitis : dat jullie gestraft zijn (M)
13 ducti eramus : wij waren gevoerd/geleid (M)
14 prohibentis : hinderend (ev 2, MVO)
15 praebita sint : dat zij verschaft zijn (O)
16 tectum esset : dat het bedekt was (O)
17 necati erant : zij waren gedood (M)
18 aequatus est : hij is geëvenaard (M)
19 cincti erunt : zij zullen zijn omsingeld (M)
20 territus es : jij bent bang gemaakt (M)
21 vocatus eram : ik was geroepen (M)
22 finitus esse : geëindigd te zijn (M)
23 abductus sum : ik ben weggevoerd (M)
24 protecta sit : dat zij beschermd is (V)
25 turbata eras : jij was in de war gemaakt (V)
26 exercitus sim : dat ik geoefend ben (M)
27 celati essemus : dat wij verborgen waren (M)
28 nuntiatum : bericht zijnde (ev 4, M + ev 1, 4 O)
29 adhibitis : aangewend (mv 3, 5 MVO)
30 mutati estis : jullie zijn veranderd (M)
31 exauditas : verhoord (mv 4, V)
32 adducta esses : dat jij opgehaald was (V)
33 munientium : muren optrekkend (mv 2, MVO)
34 iuncti essemus : dat wij verbonden waren (M)
35 sanati eritis : jullie zullen genezen zijn (M)
36 creati sumus : wij zijn gekozen (M)
37 rogatus essem : dat ik gevraagd was (M)
38 reductus ero : ik zal teruggeleid zijn (M)
39 aratum esse : beploegd te zijn (O)
40 armatus eris : jij zal bewapend zijn (M)