Tekst 37: Handel
Reder: "Gegroet, pottenbakker, ik hoorde dat jij allerlei nieuwe soorten aardewerken maakt. Laat mij nu al jouw werk zien. Want ik vaar met mijn schepen altijd over alle zeeën naar allerlei steden en ik heb altijd nieuwe soorten koopwaar nodig."
Pottenbakker: "Ik laat graag alles aan jou zien: bekijk deze potjes die de vorm hebben van een uil. Bekijk de duidelijke vorm en nauwkeurige versieringen en de schitterende kleur maar."
Reder: "Jij hebt dat echt zeer mooi gemaakt. Want jij hebt de ogen van dit potje precies zo mooi getekend als de ogen van echte uilen. Nergens eerder heb ik zulke dingen gezien."
Pottenbakker: "Maar misschien bevallen deze olieflesjes met lotusvormige opsmuk je ook. Want ik verkoop ze vaak en sporters kopen ze het meest. Want die brengen in de olieflesjes gemakkelijk hun olie mee naar de sportschool."
Reder: "De olieflesjes zijn mooi zoals de uilen, want jij hebt de lijnen van de lotusvormige opsmuk heel duidelijk en precies getekend. Dus de keuze is lastig voor mij. Ik koop, denk ik, alle potjes van jou die de vormen van een uil hebben. Want mijn schepen zullen snel naar Athene varen. Ik ben er volledig van overtuigd dat de uilen de Atheners erg bevallen. Dus ben ik van plan uilen naar Athene te brengen. Eerst zal ik deze potjes voor veel geld verkopen: maar daarna zal ik jouw andere werk over alle zeeën brengen. Dus zullen we beide absoluut erg rijk worden."