Hoofdstuk 22, oefening 149
1 Perfide et crudeliter Graeci isti socium illum deserebant. Trouweloos en wreed lieten die Grieken die bondgenoot van hen in de steek.
2 At quondam arcu viri eiusdem Troia cadet. Maar eens zal Troje vallen door de boog van dezelfde man.
3 Graeci enim sine Philoctete ipso vincere non poterant. De Grieken konden immers zonder Philoctetes zelf niet winnen.
4 Ideo Ulixes ipse eundem illum virum miserum Lemno adducet. Daarom zal Ulixes in eigen persoon diezelfde ongelukkige man van Lemnos ophalen.
5 Ipsum illum virum deserere debes, nisi cunctum exercitum perdere cupis. Jij moet juist die man in de steek laten, als je niet het hele leger wil verliezen.
6 Consilium istud Ulixis omnes sapientissimum iudicabant, at fatum Ulixe fortius erit. Allen hielden dat plan van Ulixes voor zeer verstandig, maar het noodlot zal sterker dan Ulixes zijn.
7 Ut Philoctetes ille Lemno adducetur, foedissimum istud vulnus sanabitur ac Troia capi poterit. Zodra die Philoctetes van Lemnos gehaald wordt (zal worden), zal die zeer kwalijke wond genezen worden en zal Troje ingenomen kunnen worden.
8 Hercules ipse patrem Philoctetis rogavit, ut rogum illum accenderet. Hercules zelf heeft de vader van Philoctetes gevraagd om die brandstapel aan te steken.
9 Si id facies, hunc ego arcum tibi relinquam; eo, ut optabis, omne animal omnemque hostem occides. Als jij dit doet (zal doen), zal ik voor jou deze boog achterlaten; daarmee zal je naar believen elk dier en elke vijand doden.
10 Ipsius Heculis arcu Troia cadet. Troje zal vallen door de boog van Hercules zelf.