Hoofdstuk 20, oefening 139
1 Filiam in matrimonium dares, Oenomaë; tum viveres. Gaf jij je dochter maar ten huwelijk, Oenomaüs; dan zou je leven.
2 Si Latonam coleres, liberos non perderes. Als je Latona vereerde, zou je je kinderen niet verliezen.
3 Ne peiore fraude fallereris, Myrtile. Werd jij maar niet door een nog slechter bedrog misleid, Myrtilus.
4 Athenae Delphis maiores erant. Athene was groter dan Delphi. (plurale tantum)
5 In domo Tantali nemo scelere liber erat. In het huis van Tantalus was niemand vrij van misdaad.
6 Genero perfidissimo certamen facilius erit. De wedstrijd zal voor de zeer trouweloze aanstaande schoonzoon nogal gemakkelijk zijn.
7 Ne poena fraude gravior sit. Laat de straf niet zwaarder dan de misdaad zijn.