Hoofdstuk 16, oefening 122
1 Moge Mars de soldaten oefenen.
2 Ik smeek u, Jupiter, de wrede boeren in vieze beesten te veranderen.
3 Moge Jupiter hen in beesten veranderen.
4 Laten Apollo en Diana mij wreken; laten zij de zonen van Niobe op wrede wijze doden.
5 Ik eis, kinderen, dat jullie mij wreken.
6 Laten wij de wedstrijd tussen Oenomaüs en Pelops bekijken.
7 Ik wens, dat je mij jouw dochter ten huwelijk geeft.
8 Laten we de koning met een list overwinnen.
9 Hij zal zorgen, dat je de koning met een list overwint.
10 Moge ik door diefstal het gouden schaap bezitten.
11 In het geheim zal Thyestes ervoor zorgen, dat hij het schaap in bezit heeft.
12 Ik smeek jou, het gouden schaap aan mij te geven.
13 Laten we de burgers opdragen een koning te kiezen.
14 Atreus zal zorgen, dat zijn broer boete doet.
15 Laat ik bij mijn broer dineren en om vergiffenis smeken.
16 Eindelijk zullen de zonen van Pelops vrede sluiten.
17 Ik zal zorgen, dat ik het onrecht met een allergruwelijkste maaltijd wreek.
18 Hij zal zijn slaven opdragen het vlees van zijn kleine zoontjes te bereiden.
19 Ik smeek je, broer, mij vergiffenis te schenken.
20 Laten we nu als koning Thyestes kiezen!