Hoofdstuk 15, oefening 116
1) Men zal aan jullie gezag gehoorzamen.
2) Jullie zullen opperbeste helpers genoemd worden.
3) Door de gastheren zullen de allerbeste vruchten voorgezet worden.
4) De koninklijke maaltijd zal de gasten zeer dankbaar stemmen.
5) Jullie zullen door mijn pijlen doorboord worden.
6) Zij zal met veel voedsel verleid worden.
7) Men zal billijker voorwaarden verlangen.
8) Wij worden door onze vrienden onderwezen.
9) De redevoering werd op goede wijze voorgedragen.
10) Allen zullen ter vergadering bijeengeroepen worden.