Hoofdstuk 12, oefening 99
oefening over het perfectum (de voltooid tegenwoordige tijd)
1) narravimus : wij hebben verteld
2) lacrimavit : zij heeft gehuild
3) habitavisti : jij hebt gewoond
4) imploravi : ik heb afgesmeekt
5) curaverunt : zij hebben verzorgd
6) monuistis : jullie hebben gewaarschuwd
7) timuimus : wij hebben gevreesd
8) valuit : hij is in staat geweest
9) tenui : ik heb vastgehouden
10) stupuerunt : zij hebben versteld gestaan
11) rexistis : jullie hebben geregeerd
12) diximus : wij hebben gezegd
13) maledixit : hij heeft gevloekt
14) pinxi : ik heb geschilderd
15) cinxisti : jij hebt omgord
16) audierunt : zij hebben gehoord
17) sitivisti : jij hebt dorst gehad
18) i(v)it : hij is gekomen
19) rediistis : jullie zijn teruggegaan
20) cepimus : wij hebben genomen
21) tacui : ik heb gezwegen
22) recepimus : wij hebben ontvangen
23) punivisti : jij hebt gestraft
24) aedificavit : hij heeft gebouwd
25) exercuerunt : zij hebben geoefend
26) natavistis : jullie hebben gezwommen
27) floruit : het heeft gebloeid
28) praedixi : ik heb voorspeld
29) sanavisti : jij hebt genezen
30) volavit : zij heeft gevlogen
31) jullie hadden → jullie hebben gehad : habuistis (zie voetnoot)
32) hij heeft bedekt : texit
33) wij zijn weggegaan : abiimus
34) zij hebben genomen : ceperunt
35) jij hebt getreurd : doluisti
36) jullie hebben geslapen : dormivistis
37) zij hebben geschonden : violaverunt
38) wij hebben afgeweerd : arcuimus
39) jij hebt beschermd : protexisti
40) zij hebben begrepen : intellexerunt
NB. Vaak wordt een v.t.t. vertaald als een o.v.t.,
dus bijvoorbeeld: habui : ik heb gehad → ik had