Hoofdstuk 9, oefening 86
1) Maak de trotse vrouw ongelukkig.
2) Ik wens niet door de dochter van een sterfelijk mens geminacht te worden.
3) Het lichaam van Niobe wordt veranderd in een steen.
4) Reeds liggen de lichamen van haar zonen dood op het veld.
5) De zevende zoon blijft bijna behouden, want gij, Apollo, wordt geraakt door zijn prille leeftijd.
6) Ik word van de altaren gebannen en door een sterfelijke vrouw word ik, een godin, geminacht.
7) Latona moet vereerd worden, maar de vrouwen worden afgeschrikt door het woeste gelaat van de koningin.
8) Rijkdommen maken Niobe niet gelukkig.
9) Thebe wordt door Amphion, de echtgenoot van Niobe, goed bestuurd.
10) Word jij niet door de smeekbeden van de moeder overwonnen, Diana?