Hoofdstuk 6, oefening 70
1) Zoals wij weten, vervaardigt Vulcanus voor alle goden gouden huizen.
2) Als de goden Vulcanus door de woning van de Olympus zien gaan, moeten zij gewoonlijk lachen.
3) De voeten van Vulcanus zijn zwak, maar zijn handen zijn stevig.
4) De bliksemschichten van een razende Jupiter jagen met hun hevige lawaai de aardbewoners gewoonlijk schrik aan.
5) Vulcanus, ik werp jou van de Olympus af; jouw taal is mij niet aangenaam.
6) Met de hitte van vuur maken de Cyclopen deugdelijke wapens.
7) De Romeinen beginnen het jaar met de Mars-maand (maart).
8) Vulcanus valt door de hoge lucht op aarde.
9) Mars is de vader van Romulus, zoals u zegt.
10) Vulcanus vervaardigt met zijn deugdelijke gereedschappen zetels, wagens, huizen.
De zon schijnt voor allen (Petronius Sat. 100.1)