Tekst 11: Agamemnon en Achilles
Categorie: Boek > Argo > 0 - help aub opruimen
Agamemnon wordt boos door de woorden van Kalchas en zegt: 'Grieken, luister naar me. Chryseïs wil ik in mijn huis hebben. Maar als het nodig is het meisje vrij te laten en terug naar haar vader te sturen, doe ik het: ik wil jullie namelijk redden. Maar geef me meteen een ander geschenk, want het is passend voor de leider van de Grieken om een geschenk te krijgen.

Achilles zegt tegen hem: 'o Agamemnon, wees niet hebzuchtig. want hoe zullen de Grieken jou een ander geschenk geven? De buit is niet meer onverdeeld. Kom op, zend het meisje nu maar snel terug naar haar vader. En zodra we Troje verwoesten, geven wij je driemaal zo grote geschenken.'

Agamemnon zegt: 'Achilles, maak me niet kwaad; ik weet immers dat je jaloers op me bent. Jij wilt mij het geschenk afpakken; zo heb ik, de leider van de expeditie van de Grieken, geen eer meer, maar jij hebt nog een geschenk, het meisje Briseïs. Dus als de Grieken me niet een ander geschenk geven, ben ik van plan Briseïs te roven.'

Nu wordt ook Achilles boos en zegt: 'Lafaard, je zegt dat je de leider van de Grieken bent, maar je neemt nooit deel aan de strijd: want je hebt het hart van een hert. Ik spande mij altijd in voor de strijd, maar jij drinkt alleen maar wijn. Als je Briseïs wilt roven, dan houd ik jou niet tegen; maar dan neem ik niet meer deel aan de strijd.'