Tekst 46: De Flaviers
Categorie: Boek > SPQR > Versie 1
Gershom: Was ik maar in het vaderland! De wrede keizer Vespasianus heeft ons als krijgsgevangenen naar Rome gebracht, om een of ander nieuw amfitheater te bouwen. Als wij hier niet zouden werken, zou ieder van ons nu een vrouw en zeer mooie kinderen hebben!
Ampliatus: Wat is er gebeurd?
Samuel: Toen de Romeinen ons lange tijd onmetelijke belastingen oplegden, en wij gedwongen werden om de keizer als een god te aanbidden, besloten wij om oorlog te voeren voor onze vrijheid. Gedurende enkele jaren vochten wij dapper, maar tevergeefs.
Gershom: Toen Jeruzalem werd belegerd, werd hekje familie in de stad gekweld door gebrek aan voedsel. Vele burgers zijn van honger om gekomen, voordat tenslotte de stad veroverd is.
Ampliatus: Jullie wilden zeker wel graag vrede met de Romeinen?
Samuel: Nooit! Helemaal niemand van de Joden zou zich hebben overgegeven aan de Romeinen, als zij niet Jeruzalem, de heilige stad, hadden vernietigd. Toen zij uit de heilige tempel de heiligste zaken hadden geroofd, hebben wij alles verloren en bleef er niets voor ons over.
Ampliatus: Je hele familie is toch zeker niet om gekomen?
Gershom: Ik breng dank aan de Heer, omdat elk van mijn zussen nog leeft, hoewel de Romeinen ons allemaal wilden doden. Mijn vriend Jonathan, die zelf zijn hele familie had verloren heeft mijn zusters als zijn eigen familie in zijn huis ontvangen. Nu leven zij een veilig leven bij hem.
Ampliatus: Die Jonathan is een echte vriend! En jij Samuel? Wat is er met jou gebeurd na de oorlog tegen de Romeinen.
Samuel: Als ik niet samen met mijn broer naar Rome was gebracht, zou ik nu een priester zijn in Jeruzalem. Maar op een zekere dag zullen wij worden bevrijd en naar het heilige land terugkeren.
Ampliatus: Kon ik maar met jullie meegaan! Werken voor een of andere keizer bevalt mij helemaal niet!
Gershom: Wil jij graag het heilige land zien?
Ampliatus: Het heilige land en jouw zusters...
Gershom: Wanneer wij dit amfitheater zullen hebben voltooid, zullen mijn zusters oud zijn!
Ampliatus: Laten wij ophouden met treuren. Laten we dit werk zo snel mogelijk voltooien!