Hoofdstuk 7, tekst B: Het gesprek gaat verder
"Maar als jij over dat niets kan zeggen," zei Sokrates, "kunnen wij misschien praten over de uitgaven van de stad. Want jij zal de stad rijker maken, als jij haar uitgaven zal verminderen. Welke uitgaven schijnen voor jou onnodig groot, Glaukon?"
Toen dan zweeg Glaukon lange tijd, (omdat hij) uit het veld geslagen (was).
Tenslotte zei Sokrates: "Goede vriend, over de inkomsten en de uitgaven van de stad spreken is niet makkelijk. Maar de stad bestaat uit vele huizen en iedereen heeft inkomsten en uitgaven. Daarom is het misschien gemakkelijker eerst over één huis te praten, vervolgens over de stad, die uit veel huizen bestaat. Jij helpt toch niet al één huis, goede vriend?" Glaukon zei: "Ik probeerde één huishouden te helpen, Sokrates, maar niemand wil mij gehoorzamen."
"Vervolgens," zei Sokrates, "als je niet één huishouden kan helpen, hoe zal jij meerdere huishoudens helpen? Ik zal jou een voorbeeld zeggen: hoe zal een man, als hij niet in staat is één talent te dragen, meerdere kunnen dragen? Zo ook jij, als jij niet één huishouden kan helpen, hoe zal jij de stad besturen? Luister dus naar dit zeer wijze verhaal: van alle daden komen de meest aanzienlijken uit degenen die het meest weten en degenen die het minst in aanzien staan komen uit de dommeren. Dus als jij verlangt in aanzien te staan en in de stad geëerd te worden, dan is het nodig dat jij alles begrijpt wat jij wilt doen."