Tekst 48: Vijand van Rome
LES 48 - De vijand van de Romeinen
In de troonzaal zat Maxentius op een gouden zetel en dacht na. Hij was angstig: al twee keer had Constantijn zijn leger in gevechten overwonnen. Nu naderde de vijand Rome. Alleen de rivier de Tiber verhinderde hem om de stad binnen te gaan. Maxentius had zijn trouwste onderbevelhebbers opgedragen om de oorlog te voeren. Zelf bleef hij in de stad, omdat hij een orakel had ontvangen dat hij zou omkomen, als hij buiten de poorten zou gaan/ging. ‘Wat moet ik doen?’ vroeg hij zich af. ‘Vandaag in het Circus Maximus schreeuwde het volk, dat mij als een verrader minachtte, met één stem dat Constantijn niet overwonnen kan worden. Laat ik een ziener raadplegen.’
De door hem geraadpleegde ziener antwoordde dat op die dag de vijand van de Romeinen zou omkomen. Dit orakel maakte Maxentius zo blij, dat hij Rome meteen verliet en zijn soldaten naar de Milvische Brug leidde.
[16] In zijn legerkamp zat Constantijn op een houten zetel en dacht na. Hij was angstig: hoewel hij zijn vijand twee keer had overwonnen, had Maxentius een groter leger. Bovendien had ’s nachts een droom zijn rust verstoord: hij had het teken van het kruis gezien en hij had een zware stem gehoord die zei: ‘In dit teken zul je overwinnen!’ Constantijn besloot een christenvriend te raadplegen. Die waarschuwde: ‘Geef het bevel dat het teken van Christus op de schilden wordt aangebracht! U zult inderdaad de overwinnaar zijn! Als God niet van u hield, zou hij u zeker dit teken niet gestuurd hebben. Door het teken van Christus zullen de vijanden zeer worden verschrikt. Daarom zullen ze u geen weerstand kunnen bieden aan jou.’ Hoewel hij twijfelde, deed Constantijn wat de vriend had aangeraden.
[29] Toen Maxentius zijn troepen over de Milvische Brug had geleid, gaf hij het bevel dat de brug achter hem werd afgebroken. Maar zijn soldaten, verschrikt door de aanblik van het leger van Constantijn, draaiden zich om op de vlucht. Zelf viel hij in de Tiber, geduwd door een menigte vluchtende soldaten. In Rome werd Constantijn als keizer begroet door de burgers die/omdat ze blij waren dat de vijand van de Romeinen op die (bijzondere) dag was omgekomen.