Tekst 7.1: Alexander en Bucephalus
Alexander, die men later "de Grote" genoemd heeft, was een zoon van Philippus, de koning van Macedoniƫ. In wat volgt , worden enkele minder bekende daden van hem verteld. Alexander was van kinds af al verzot op paarden en hij mende hen met zeer grote behendigheid. Op zekere dag bracht een handelaar naar Philippus een buitengewoon krachtig en prachtig paard, dat hij 'Bucephalus' (= Ossenkop) noemde en dat hij voor een enorme prijs te koop aanbood. Daarom kwamen de vrienden van Philippus naar een open veld afgezakt om de kwaliteiten van het paard te testen. Maar Bucephalus gedroeg zich zeer woest en wierp alle ruiters van zich af. Ze lieten hem dan ook staan omdat het ontembaar en daardoor nutteloos was.
Maar Alexander, die een kerel van zestien jaar was, zei: "Vader, die (mannen) verknoeien dat prima paard, omdat ze het niet kunnen temmen. Als je het toestaat, zal ik het temmen." Daarop zei Philippus: "Zoon, als je dat paard kunt temmen, zal ik het kopen en aan jou geven."
Alexander nu had als enige gemerkt dat Bucephalus door zijn eigen schaduw verschrikt werd. Hij plaatste hem dan ook, zodra hij de teugels gegrepen had, met zijn hoofd gewend naar de zon en kalmeerde hem een tijdje door zijn hoofd en flanken te strelen en door hem met zachte stem toe te spreken. Dan klom hij plots op zijn rug.
Onmiddellijk probeerde Bucephalus echter hem door te steigeren van zich af te werpen. Maar toen dat vergeefs was, ging hij er vandoor met een enorme vaart, opgezweept door razernij. Alexander hield nochtans - helemaal niet in paniek - de teugels met heel stevige hand strak, totdat Bucephalus uiteinde!ijk, vermoeid door het lopen, wou rusten.
Maar op dat moment vierde Alexander de teugels en dwong hij het paard met zijn zweep
en sporen (gedurende) een heel lange tijd verder te lopen. Na die ren bracht hij hem, gebroken door de Zware inspanning en helemaal getemd, naar zijn vader terug. Toen omhelsde Philippus zijn zoon en zei: "Ga weg, mijn zoon! Zoek je een ander rijk. Macedoniƫ zal immers niet volstaan voor jouw moed."
Daarna heeft Bucephalus,altijd' even woest, nooit aan iemand anders gehoorzaamd,
behalve aan Alexander. En in veldslagen heeft Alexander nooit van een ander paard willen gebruik maken. Tenslotte is Bucephalus, verzwakt door ouderdom, ziek geworden bij de Indus en aan die ziekte is hij gestorven. Op dezelfde plaats heeft Alexander een stad gesticht, die hij naar zijn paard 'Boucephala' genoemd heeft.