Hoofdstuk 18, tekst A: Odysseus ontmoet zijn moeder
Toen de moeder kwam en het bloed dronk, herkende ze mij meteen.
'Mijn kind, hoe ben je hier gekomen? Jij bent nog levend! Want het lastig voor de levenden om dit te bekijken. Kwam jij zwervend uit Troje na lange tijd hier aan? Hoe kwam je niet naar Itaka en zag je niet jouw vrouw en zoon?'
Ik antwoordde haar: 'De noodzaak bracht mij naar beneden naar het huis van Hades omdat het nodig is dat ik Teresias raadpleeg. Want op de een of andere manier kwam ik niet bij Itaka, mijn grond maar ik zwerf altijd en onderga veel rampen, sinds ik Agamemnon volgde naar Troje. Maar zeg mij dit: Hoe stierf jij?'
Zij zelf antwoordde mij: 'Ik, mijn kind, ik kwam om door het verlangen naar jou en ik stierf, zo erg miste ik jou.'
Na dit wilde ik de schim van mijn moeder aanraken en strekte ik mijn handen/armen uit. Driemaal probeerde ik dit, driemaal vluchtte de schim uit mijn handen/armen, het was gelijk aan een schaduw en een droom. Een nog groter verdriet ontstond aan mij en ik gilde: 'Mijn moeder, waarom blijf je niet? Want ik verlang je beet te pakken en van je te houden.'