Tekst 33: Alexandria
In de stad Alexandria heeft Ctesibius een kapperszaak, waar vandaag een man met de naam Calvus wordt geschoren.
Calvus: Ik zie dat jouw spiegels bewogen kunnen worden! Ze zijn toch zeker wel door een beroemde uitvinder gemaakt?
Ctesibius: Integendeel, door mijn zoon van slechts twaalf jaar. De jongen zorgde er met draad en gewichten voor dat de zware spiegel gemakkelijk naar boven en naar beneden kan worden geleid. Ik heb hem naar de beste leermeester gestuurd. Ik ben blij dat we in Alexandria wonen, want het staat vast dat de beste leermeesters van de hele wereld hier verzameld zijn en dat de leerlingen het beste worden onderwezen. Ik hoop dat mijn zoon later een beroemde uitvinder zal zijn.
Calvus: Je weet toch zeker wel dat je met teveel kennis mensen kwaad kan doen? Je herinnert je Perdix toch zeker wel?
Ctesibius: Ik heb gehoord dat Perdix een leerling was van Daedalus, de beroemdste uitvinder van Griekenland.
Calvus: Perdix is inderdaad onderwezen door Daedalus. Daedalus wist dat de jongen al op jonge leeftijd de zaag zou uitvinden, hij voelde dat hij een scherpe geest had, en begreep dat de leerling spoedig zijn meester zou overtreffen. Hij had het voorgevoel dat Perdix meer dan hemzelf zou worden geprezen door de mensen. Hij werd getroffen door woede: hij wierp Perdix van de burcht van de stad af!
Ctesibius: Zeg je dat de meester de leerling heeft gedood?
Calvus: Perdix is niet gedood, de goden hebben ervoor gezorgd dat de jongen in een vogel is veranderd.
De mannen hoorden dat plotseling de deur open ging. De zoon kwam binnen. 'Vader,' zei hij. 'Wist je dat de zaag is uitgevonden door een jongen van mijn leeftijd? Vandaag heeft de meester dat me verteld. En ik heb al nuttige uitvindingen gemaakt. De meester heeft beloofd dat hij mij morgen naar de top van de Pharus zal leiden. Daar wil hij mij over de lamp van de Pharus onderwijzen.' De vader schreeuwt: 'Dat verbied ik! Ik wil niet dat je met de meester de Pharus of een andere hoge plek beklimt!'