Hoofdstuk 7, tekst B
1. De volgende dag wekt de zon Theseus uit zijn slaap.
2. Theseus kijkt om zich heen, maar hij ziet Ariadne niet.
3. Het strand is behalve de kinderen zonder mensen.
4. Theseus roept Ariadne, en opnieuw roept hij haar.
5. Plotseling hoort hij een stem. De stem is niet van Ariadne:
6. maar van de god Dionysos zelf, want die zegt tegen hem:
7. 'Jij hoort geen mens, sterfelijke Athener, maar een god,
8. want ik ben Dionysos en ik hou ook van het meisje, net als jij.
9. Wij beminnen nu hetzelfde meisje,
10. jij zult niet met haar trouwen, maar ik zelf '.
11. Nu is Theseus vervult van grote verdriet:
12. want hij verlangt erg naar het meisje Ariadne.
13. Tenslotte wekt hij de kinderen uit hun slaap en samen met hen,
14. maar zonder de geliefde Ariadne, vaart hij van het eiland naar Athene.