Hoofdstuk 12, tekst 4F
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 3
1 Ik wil mij niet begeven in een enorm onderwerp en over de behandeling van slaven een uiteenzetting geven, tegenover wie wij zeer hoogmoedig, zeer wreed, zeer kwetsend zijn. Dit toch is het belangrijkste punt van mijn advies: moge jij net zo met je ondergeschikte leven als jij zou willen dat jouw superieur met jou leeft. Laat het even vaak als het in de gedachte is opgekomen, hoeveel jou geoorloofd is tegenover je slaaf, in je gedachten opkomen dat aan jouw meester net zoveel geoorloofd is tegenover jou.
5 'Maar ik,' zeg je, 'heb geen meester'. Je bent nog jong: misschien zal je er een hebben. Weet je niet op welke leeftijd Hecuba slaaf begon te zijn, op welke (leeftijd) Croesus, op welke de moeder van Dareus, op welke Plato, op welke Diogenes?