Hoofdstuk 8, tekst A: Het feest begint
Categorie: Boek > Kosmos > Oude druk
(1) Het was/waren de grote Panathenaia, waarop ook een paardenrace was. Toen de dag van de paardenrace was ontstaan (gekomen), ging Kallias, de zoon van Hipponikos, die toevallig verliefd was op Autolykos, een jongentje zijnde, naar het schouwspel, hem brengend/hem voerend/terwijl hij hem bracht/omdat hij hem bracht. Toen de paardenrace was opgehouden, ging Kallias, hebbend/met Autolykos en de vader van hem/zijn vader naar het/zijn huis in Peiraieus (Piraeus).
(7) Op weg zagen zij Sokrates en Kritoboulos en Charmides met elkaar spreken. Kallias zei tegen hen: ‘Gelukkig ontmoet ik jullie; want ik ben van plan Autolykos en de vader van hem/zijn vader thuis te ontvangen. De maaltijd zou dus veel schitterender (kunnen) worden/zijn, als ook jullie mij zouden (kunnen) volgen naar het/mijn huis. Want jullie zijn zeer wijze mannen en ik zou jullie graag ontvangen in het/mijn huis.’
(13) Allen volgden dus Kallias en gingen naar het huis van hem/zijn huis. Toen ze in het/zijn huis aangekomen waren, gingen de anderen op de aanligbedden (aan)liggen, maar Autolykos ging bij de/zijn vader zitten. De slaven zetten de tafeltjes bij hen neer en sommigen gaven het brood aan de aanwezigen, anderen schonken de wijn in.