Hoofdstuk 12, tekst 4A
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 3
1 Met genoegen heb ik van hen, die bij jou vandaan komen, vernomen dat jij vertrouwelijk met jouw slaven omgaat; dit siert jouw inzicht, dit (siert) jouw ontwikkeling. 'Het zijn slaven.' Nee, (het zijn) mensen. 'Het zijn slaven.' Nee, huisgenoten. 'Het zijn slaven.' Nee, vrienden van lage afkomst. 'Het zijn slaven.' Nee, medeslaven, als je bedacht zal hebben dat aan het lot evenveel geoorloofd is tegenover beide partijen.