Hoofdstuk 14, tekst 1: Vulcanus
1. Plinius beval de Vilicus naar de smederij te gaan. De Vilicus vraagt de tweelingbroers:
2. Bevalt het jullie met mij mee te gaan? Graag klimmen de tweelingbroers op de kar.
3. In de kar ligt een ploeg. Vulcanus moet de ploeg herstellen. Zegt Vilicus.
4. Vulcanus?! Roept Lucius uit. Vulcanus is de god van het vuur.
5. Hoe kan hij de ploeg van jullie herstellen?
6. De Vilicus lacht: Onze Vulcanus is niet de god, maar werkman van het smeden. Omdat de
7. god gelijk is aan de werkman. Noemen wij hem Vulcanus. Onze Vulcanus is zelfs mooier dan de god,
8. Want hij is niet mank en hij heeft een enorm lichaam en de sterkste armen.
9. Ik heb geen grotere en sterkere man leren kennen. Bovendien heeft Vulcanus de vaardigheid 10. van het smeden zeer goed geleerd. Hij is nauwelijks minder ervaren in het smeden van ijzer dan de god.
11. Voor de deur van de smederij staat Vulcanus. Hij groet de Vilicus en bekijkt de ploeg. Ik kan 12. het werk gemakkelijk voltooien. Waarom bracht jij niet een moeilijkere opdracht naar mij?
13. Vulcanus tilt de ploeg uit de kar en draagt het naar de smederij. De werkman, terwijl hij intreedt, bukt:
14. de deur is nogal laag. En de tweelingbroers treden in.
15. Omdat de tweelingbroers verlangen de werkman te leren kennen, blijven zij dichtbij de werkman en kijken aandachtig met hun ogen naar het werk.
16. "Zijn jullie broers?" Vraagt Vulcanus. "Wij zijn ook tweelingbroers" antwoordt Marcus.
17. "Maar jullie zijn helemaal niet gelijk." Zegt Vulcanus, Marcus: Ik ben geluid aan moeder. 18. 18. Lucius is gelijk aan vader." Vulcanus: en wie van beiden is het sterkst?" "Ik!" Roepen beiden uit.
19. Lucius ziet een halsketting en leest het opschrift: vlucht. Houd mij vast. Wanneer jij mij terug 20. brengt naar het huis van Zoninus, ontvang je een gouden munt.
21. Vulcanus legt uit:de halsketting was van Alscyltus maakte de halsketting slaaf van Zoninus.
22. Alscyltus moest de halsketting dragen, omdat de andere skaven meer waard waren. Als een slaaf een dergelijke halsketting droeg, is vluchten nutteloos.
23. En hij kocht mij voor een grote prijs. Maar ik droeg nooit een dergelijke halsketting.
24. Omdat ik altijd trouwer was dan de slaaf. Niemand werkte beter dan ik."
25. "Kom" zegt de Vilivus. Houdt op met een gesprek hebben en herstel het werk.! Zo snel mogelijk! Antwoordt Vulcanus.