Hoofdstuk 9, tekst C: het offer
De bodes en Ifigeneia rijden met een wagen naar Aulis. Daar brengt Agamemnon het kind niet naar Achilles, maar... naar het altaar. Want hij is van plan zijn dochter te offeren aan de verschrikkelijke godin. De andere legeraanvoerders en de soldaten zijn aanwezig en hebben medelijden met het meisje. Ifigeneia is dapper bij de verschrikkelijke gebeurtenis en huilt niet. Het meisje is al bij het altaar. Agamemnon aarzelt een lange tijd, toch tilt hij het mes op. Plotseling is het meisje niet meer aanwezig. In plaats van het meisje is een hert bij het altaar. Want Artemis komt Ifigeneia te hulp: want zij heeft medelijden met haar en brengt haar weg. In plaats van het meisje is Agamemnon het hert aan het offeren. Het offer van Ifigenia bevalt de godin en Artemis is weer goedgezind aan de Grieken. Daarna is de wind weer mooi. De Grieken maken de touwen van de schepen los en met een gunstige wind varen ze naar Troje.