Tekst 6.2: Pluto rooft Proserpina (Hades rooft Persephone)
Categorie: Boek > Tolle lege > Boek 1
Pluto had zijn duistere woning verlaten en reed met zijn wagen van zwarte paarden en ging rond de aarde van Sicilie. Toen zei Venus: ‘Cupido, zoon, neem de boog waarmee je snelle pijlen schiet in de borst van Pluto.’ Intussen was Proserpina in het bos viooltjes en witte lelies aan het plukken en vulde een korf en een plooi van haar kleed. Terwijl zij wedijverde (haar) vriendinnen te overtreffen in het verzamelen werd zij bijna tegelijkertijd gezien, bemind en ontvoerd door Pluto. De doodsbange godin roept met onstelde mond haar moeder en vriendinnen, maar vaker haar moeder. De Saturnier spoort de vreselijke paarden aan en zwaait met krachtige koninklijke arm de scepter. De aarde maakte een weg naar de Tartarus en ontving de wagen terug in het midden van een krater. Ceres, de moeder van Proserpina, sloeg met haar handpalmen haar borst (rouw) en snauwde alle landen af, noemde ze ondankbaar en onwaardig vrucht te dragen. Zo bederft soms de zon, dan weer noodregen de oogst. Stormen en winden brengen schade toe en hongerige vogels lezen (pikken) de gezaaide (letterlijk gegooide) zaden. Maar Jupiter, bemiddelaar van zijn broer en zijn bedroefde zuster, verdeelt het wentelende jaar in gelijke delen. Nu is Proserpina godin van twee koninkrijken: Gedurende zes maanden is zij met haar moeder samen, zes maanden is zij met haar echtgenoot.