Tekst 5.7: De olifanten van Pompeius
Categorie: Boek > Tolle lege > Boek 1
Tentijde van het tweede consulaat van Pompeius, bij de inwijding van de tempel van Venus, streden 20 olifanten in de renbaan. Terwijl Noord-Afrikaanse jagers speren in tegenovergestelde richting wierpen, kroop een dier van wie de voeten doorboord waren, op de knieën naar hen toe. Hij verscheurde de schilden en wierp ze in de lucht, die neervallend aangenaam waren voor de kijkers. Daarna zijn ze in een kring rondgezwaaid, alsof het kunst was, ze werden niet door de woede van een dier geworpen. Alle olifanten probeerden een uitbraak, niet zonder schok voor het volk, hoewel de renbaan door een ijzeren omheining omgeven was. Om welke reden Gaius Julius Caesar de dictator later de arena omgeven heeft met een gracht. Maar de olifanten zochten het medelijden van het volk met een soort klaagzang zodat het volk, wenend als één man samen op zou staan en Pompeius met scheldwoorden uitschold.