Tekst 5.6a:Androclus in de woestijn
Categorie: Boek > Tolle lege > Boek 1
Androclus werd ontboden bij Caesar en ondervraagd: ‘Waarom heeft die zeer grimmige leeuw alleen jou gespaard?’ Toen vertelde Androclus een wonderbaarlijk verhaal:
‘In Africa ben ik gedwongen mijn huis te ontvluchten vanwege onterechte dagelijkse zweepslagen. Ik ben gevlucht naar de eenzaamheid van het zand. In de brandende zon vond ik bij toeval een spelonk waarin ik me verborg. Niet veel later kwam naar diezelfde spelonk deze leeuw, met een manke en bebloede poot. Op het eerste gezicht was ik doodsbang voor de naderende leeuw. Maar de leeuw, binnengetreden in mijn woning, toonde mij kreunend zijn poot, alsof hij om hulp wilde vragen (letterlijk: vanwege de reden (causa = ablativus) te vragen van hulp). Daar zag ik een reusachtige doorn vast zitten in de zool van de voet, ik trok hem eruit en duwde de pus uit de wond. Zonder grote vrees veegde ik het bloed af. Daarna rustte hij, de poot in mijn handen neergelegd. Na die dag hebben de leeuw en ik drie jaar lang in diezelfde grot geleefd van hetzelfde eten. Op een dag ben ik door soldaten gezien en gevangen genomen en uit Afrika naar een meester in Rome gestuurd. Hij gaf me direct aan de beesten. Zoals ik nu begrijp is deze leeuw ook gevangen en naar het circus afgevoerd. Nu schenkt hij mij gratie.’