Hoofdstuk 18, tekst C: taaloefening A
1) Wij werden bang (a)
2) Jullie beramen/Beraam! (mv m)
3) Hij schreeuwde (a)
4) (Te) slaan
5) Zij vielen aan (a)
6) Jezelf slaan (a&m)
7) (Te) hebben aangespoord (a)
8) Jij kan
9) Wij weten (m)
10) Zij hebben zich klaargemaakt (a&m)