Hoofdstuk 8, tekst C: Het einde van Aigeus
Aigeus, de heerser van Athene, beklimt dagelijks de hoge kust van Attika op en kijkt uit naar/over de zee: want hij mist zijn zoon en de andere kinderen erg.
Na veel/lange tijd merkt hij het schip op, maar in plaats van vreugde bevangt (een) grote angst de heerser: want het schip is zonder witte zeilen: de zeilen van het schip zijn zwart!
Nu huilt Aigeus veel/erg en jammert:"Wat vreselijk, de Minotaurus heeft mijn zoon gedood. Nu zal ik ook mezelf van het leven beroven!".
Na dit gooit hij zichzelf van de kust af, hij valt in de zee en sterft zo/op deze manier.
Wat is nu de oorzaak van het verschrikkelijke ongeluk? Het verdriet om Ariadne is de oorzaak: want Theseus bekommert zich helemaal niet om de zeilen door zijn verdriet. Zo is hij zonder het te willen schuldig aan de dood van Aigeus