Hoofdstuk 11, tekst 5B: De verhouding van Hispala en Aebatius (39.9, 5-7)
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 3
1 Een welbekende prostituee, de vrijgelaten vrouw Hispala Faecenia, iets beters waard dan de broodwinning, waaraan zij zich als slavinnetje gewend had, onderhield zich ook nadat zij was vrijgelaten, op dezelfde manier. Zij had vanwege het buren zijn met Aebutius een relatie, allerminst schadelijk voor of het bezit of de reputatie van de jongeman: hij was echter uit eigen beweging bemind en opgezocht, en omdat zijn familie alles in geringe mate (hem) verschafte, werd hij door de gulheid van het hoertje onderhouden. Zij was zelfs, in de greep van de relatie, zó ver gegaan
5 dat zij na de dood van haar beschermheer, nadat er (door haar) een voogd gevraagd was aan de tribunen en de pretor, omdat zij onder niemands zeggenschap viel, toen zij haar testament opstelde, Aebutius tot enige erfgenaam aanwees.