Hoofdstuk 8, tekst 10B: Het goede karakter van Alexander
(Maar) er gaat een verhaal dat ook Alexander zelf de volgende dag naar binnen is gegaan met Hefaiston als enige van zijn vrienden: en dat de moeder van Dareios, niet goed wetend wie van hen beiden de koning was, - want beiden waren gekleed in dezelfde kleding - naar Hefaiston is gegaan en (hem) als koning heeft begroet, omdat hij groter leek.
(Maar) toen Hefaiston terug was gedeinsd en (toen) iemand van haar gevolg, Alexander aangewezen hebbend, zei dat hij Alexander was, [zeggen ze] dat zij - zich schamend voor de vergissing - terugdeinsde.
Alexander zei dat zij zich niet vergistte: (hij zei) dat hij immers ook Alexander was.
En ik noteer deze dingen noch als waarheid noch als volkomen onbetrouwbaar. Maar indien die dingen zo verricht zijn, prijs ik Alexander wegens het medelijden met de vrouwen en het vertrouwen en eer voor een vriend: indien Alexander geloofwaardig schijnt aan de auteurs omdat hij, volgens hen, dit zou hebben gedaan en gezegd, ook op grond daarvan prijs is Alexander.