Deel 1: De Bello Gallico II, 15-17 - Slag aan de Sabis
De Bello Gallico II, 15
De Nerviërs grensden aan de Ambiori. Toen Caesar zich informeerde over hun aard en gewoonten, kwam hij het volgende te weten: Er was geen toegang tot hen voor handelaars en ze lieten niet toe dat er iets van wijn of andere luxeproducten werd ingevoerd omdat ze meenden dat hierdoor de geesten verslappen en de moed verloren gaat. Het waren woeste mannen met veel moed, ze scholden de andere Belgen uit en maakten hen verwijten, omdat ze zich hadden overgegeven aan het Romeinse volk en de voorvaderlijke moed te grabbel hadden gegooid. Ze bevestigden dat ze geen gezanten zouden sturen en geen enkele vredesvoorwaarde zouden accepteren.
De Bello Gallico II, 16
Toen hij gedurende 3 dagen door hun gebied was getrokken, kwam hij van krijgsgevangenen te weten dat de Sabis niet meer dan 15 km van zijn kamp verwijderd was en dat over die rivier alle Nerviers samenzaten en de komst van de Romeinen afwachtten samen met de Atrebates en de Viromandui, hun buren. Want ze hadden deze beide volkeren overtuigd om hetzelfde oorlogslot te beproeven. Ook de troepen van de Atuatuci werden door hen verwacht en waren onderweg. De vrouwen en hen die door hun leeftijd onbruikbaar waren in een gevecht, hadden ze samen gebracht op die plek waar vanwege de moerassen geen toegang voor het leger was.
De Bello Gallico II, 17 (deel 1)
Nadat hij dit vernomen had, stuurde hij verkenners en honderdmannen voorop, die een geschikte plaats moesten zoeken voor het kamp. Van de onderworpen Belgen en overige Galliers volgden er een aantal Caesar en ze trokken met hem mee. Enkelen van hen, zo is achteraf van de gevangenen vernomen, hadden de reisgewoonten van ons leger in die dagen doorzien en kwamen s nachts bij de Nerviers aan. Ze toonden aan hen dat er tussen de afzonderlijke legioenen telkens een grote hoeveelheid tros kwam en dat het geen enkel probleem was om wanneer het eerste legioen op de kampplaats was aangekomen en de overige legioenen nog op grote afstand waren, om dan dat eerste legioen onder hun bepakking aan te vallen. Als dat dan verslagen was en de tros geplunderd was, zouden de overige legioenen geen weerstand meer durven bieden.