Metamorphoses III, 465 - 493
Categorie: Boek > Examenboeken > 2014: Ovidius

Wat moet ik doen? Moet ik gevraagd worden of moet ik vragen? Wat zal ik vervolgens vragen?
Dat wat ik begeer, is met mij; de overvloed heeft mij arm gemaakt.
Och kon ik maar weggaan van ons/mijn lichaam!
Een nieuwe/ongewone wens bij een verliefde/minnaar: ik zou willen dat, wat wij beminnen, afwezig was.
En het verdriet neemt de krachten al weg, en niet blijft er lange tijd
van mijn leven over, ik sterf in het begin van mijn leven.
Maar niet is de dood zwaar voor mij die op het punt staat mijn smart(en) af te leggen door de dood;
hij die bemint wordt, ik zou willen dat hij er langer zou zijn/ langer zou leven.
Nu zullen wij twee eensgezind in één ziel/adem sterven.
Zo sprak hij en verdwaasd keerde hij terug naar hetzelfde gezicht
en bracht hij met zijn tranen het in verwarring, en omdat het meer/water bewogen werd
is de schoonheid troebel weergegeven; en toen hij had gezien dat die (schoonheid) wegging,
"Waarheen trek je je terug? Blijf (waar je bent) en, wreedaard, laat mij je minnaar niet
in de steek", riep hij, "Moge het mogelijk zijn, dat wat niet mogelijk is aan te raken,
te aanschouwen en voedsel te verschaffen aan de ongelukkige waanzin/razernij/hartstocht.
En terwijl hij treurt, trok hij zijn kleed vanaf de bovenste zoom/rand naar beneden
en sloeg hij met zijn marmeren/marmerwitte handpalmen op zijn blote borst(en).
Z'n borst(en) kregen, omdat ze geslagen werd, een rozerode rode kleur,
niet anders dan appels gewoon zijn, die deels helderwit zijn,
deels rood zijn, of zoals een druif in/met veelkleurige trossen gewoon is
een purperen kleur te krijgen terwijl hij nog niet rijp is.
En zodra hij die (borst(en) aanschouwde in het weer helder geworden water,
verdroeg hij het het niet verder/langer maar, zoals goudgele was gewoon is te smelten
door een klein vuur en de dauw van de vroege ochtend (gewoon is te verdwijnen)
door een lauwwarme zon, zo smelt hij verzwakt door de liefde
weg en wordt hij langzamerhand verteerd door het verborgen vuur.
En niet meer is de kleur van een blankheid terwijl er rode kleur door gemengd is,
ook niet (blijven) de vitaliteit en de krachten en de zojuist nog geziene dingen die behaagden,
ook het lichaam bleef niet, dat eens Echo (ondw) had bemind/liefgehad.