Tekst 5.10: Haemus heeft een plan
Toen zei Haemus opnieuw: “Jullie nu, vrienden, vertel over jullie wapenfeiten. Is Fortuna jullie tenminste gunstig gezind geweest? Of heeft ze zich ook onrechtvaardig gedragen tegen jullie? Maar terwijl er verteld wordt, is het ook nodig te drinken want wijn maakt de tongen los en versterkt de vriendschap.”
Aldus vertelden de rovers aan hem over hun wapenfeiten, terwijl ze grote bekers wijn leegdronken. Zo hoorde Haemus over de vlucht van het meisje en over mijn hulp en over de voorbestemde dood voor beiden. En hierna werd hij naar de plaats gebracht waarin het meisje opgesloten lag (vrij: zat).
Hij bekeek deze even, maar daarna keerde hij met afkeurend gezicht terug naar de tafel en zei: “Ik durf en wil jullie oordeel niet tegenspreken vrienden. (Maar) toch, aangezien ik door jullie weldaad in jullie groep ben opgenomen, zal ik gewetenswroeging voelen, als ik voor jullie verzwijg wat ik over deze zaak denk. Naar mijn mening immers, verkiezen rovers, die echt wijs zijn, niets boven hun profijt. Maar als jullie jullie wraak zullen uitoefenen / koelen en jullie het meisje zullen vermoorden, zullen jullie een groot profijt verliezen. Want zo’n mooi meisje zullen jullie tegen een enorme prijs kunnen verkopen. Breng haar dus weg naar een verafgelegen stad en verkoop haar daar. Dit is mijn mening, die ik uit een oprechte geest en uit bezorgdheid voor alleen jullie profijt, naar voren bracht.”
Zo had hij voor de zaak van de rovers gepleit en ook voor de onze. Maar de rovers hadden nood aan een langdurige discussie en het wachten op een mening folterde mijn ingewanden. Uiteindelijk echter stemden ze in met het plan van hun nieuwe makker.