Hoofdstuk ?, leestekst ?: Van minnaar tot kaalkop
Een of andere man is al op middelbare leeftijd . Want hij is niet meer jong en nog geen oude man. Verwilderd draagt hij witte en zwarte haren. Hij heeft omgang met twee vrouwen. De jongste van hen verlangt naar een jonge minnaar en rukt altijd zijn witte haren uit. De andere verlangt een oude man en rukt telkens opnieuw zijn zwarte haren uit. In weinig tijd dus verlangt geen van beide van de vrouwen naar hem. Hij verliest immers zijn hele haardos.