Brief 80: De wereld is een schouwtoneel
Categorie: Auteur > Seneca
Een moment voor jezelf
Vandaag heb ik niet alleen dankzij mijzelf tijd voor mezelf maar ook dankzij het schouwspel dat alle lastige mensen naar een bokswedstrijd heeft weggeroepen. Niemand zal binnenvallen, niemand zal mijn gedachten belemmeren die juist (zelf) door deze garantie zich vrijmoediger ontwikkelen. 5 Niet zal de deur herhaaldelijk kraken, niet zal het gordijn opgetild worden: ik zal veilig mijn weg kunnen gaan, wat meer noodzakelijk is voor [iemand] die op zichzelf/op eigen kracht gaat en zijn eigen weg volgt. Volg ik dan niet mijn voorgangers? Dat doe ik, maar ik sta mijzelf toe iets te vinden en iets te veranderen en iets weg te laten; ik ben niet hun slaaf, maar ik ben het met hen eens. Toch heb ik te veel (een groot woord) gezegd, ik die mijzelf stilte beloofde en afzondering zonder dat 10 iemand stoorde: luister! een enorm geschreeuw klinkt op (wordt overgebracht) vanuit de wedstrijd en brengt mij niet van mijn stuk (werpt mij niet van mij af), maar leidt mijn gedachten af naar juist deze zaak (brengt [mij] over naar de beschouwing van deze zaak zelf).

De kracht van lichaam en geest
Ik overdenk bij mijzelf hoeveel mensen hun lichaam oefenen, hoe weinig hun verstand; hoe grote toeloop er ontstaat naar een schouwspel dat niet betrouwbaar (veilig) is en [alleen maar] tijdverdrijf, hoe groot de eenzaamheid is in de omgeving van de wetenschap; hoe zwak van geest zij zijn van wie wij de armen 15 en schouders bewonderen. Dit overdenk ik vooral weer bij mijzelf: als het lichaam door oefenen tot deze gehardheid gebracht kan worden waarmee het en de vuisten en tegelijkertijd het trappen (de hakken) van meer dan één (niet één) man verdraagt, zodat iemand de dag doorbrengt terwijl hij de fel brandende zon in het gloeiend hete zand verdraagt en terwijl hij druipt van zijn eigen bloed, hoeveel makkelijker zou [dan] de geest sterker gemaakt kunnen worden zodat hij de slagen van het lot ongebroken opvangt, zodat hij neergeworpen, 20 zodat hij vertrapt zich opricht. Want het lichaam heeft veel dingen nodig om sterk te zijn: de geest groeit op eigen kracht (uit zichzelf), voedt zichzelf, oefent zichzelf. Zij hebben veel voedsel nodig, veel drinken, veel olie, tenslotte lange inspanning: jou zal voortreffelijkheid ten deel vallen zonder voorbereiding, zonder onkosten.

Wilskracht
Al wat jou goed kan maken heb jij in je/zit in jouzelf (is met jou). Wat heb je nodig om 25 goed te zijn? Het willen. Maar wat kun je beter willen dan je te ontrukken aan deze slavernij die alle mensen terneer drukt, die ook slaven met de laagste levensomstandigheden en in deze armzalige toestand geboren op alle manieren proberen af te werpen? Hun spaargeld, dat zij verworven hebben omdat ze hun maag tekort hebben gedaan, tellen zij neer voor hun vrijheid: zal jij er dan niet hevig naar verlangen tegen welke prijs dan ook de vrijheid te bereiken, [jij] die meent dat je daarin geboren bent? Waarom (Wat) 30 kijk je naar je geldkist? Zij kan niet gekocht worden. Dus wordt de naam van de vrijheid vergeefs opgenomen in contracten [de vrijheid] die noch zij die haar gekocht hebben, bezitten noch zij die haar verkocht hebben: jij moet dit bezit aan jezelf geven, jij moet het van jezelf vragen.

Ieder mens speelt zijn eigen rol
Bevrijd jezelf om te beginnen van de angst voor de dood (die legt ons een juk op), vervolgens van de angst voor armoede. Als je wilt weten hoe daarin geen enkel kwaad schuilt, vergelijk [dan] de gezichten van 35 arme en rijke mensen met elkaar: de arme lacht vaker en oprechter; er is geen enkele bezorgdheid in zijn binnenste; ook als er zich enige zorg voordoet, trekt die voorbij als een lichte wolk: van hen die gelukkig worden genoemd, is de vrolijkheid gemaakt of is de treurigheid zwaar en ziekt maar door, en wel des te zwaarder omdat zij soms niet openlijk ongelukkig mogen zijn, maar te midden van ellende die juist (zelf) hun hart kwelt, de gelukkige moeten spelen. Ik moet dit 40 voorbeeld nogal vaak gebruiken, want door geen enkel [voorbeeld] wordt effectiever deze klucht die het menselijk leven is (van het menselijk leven) uitgedrukt, [de klucht] die ons rollen toewijst, die wij slecht spelen. Degene die op het toneel breedsprakig voortstapt en zijn hoofd in zijn nek werpend dit zegt:
  Kijk ik heers over Argos; Pelops heeft mij zijn koninkrijk nagelaten,
  Waar de Isthmus vanuit de Hellespont en de Ionische zee 45 ingesloten wordt,
is een slaaf, krijgt vijf schepels graan en vijf denarii. Degene die trots en onbeheerst en verwaand door het vertrouwen in zijn krachten zegt:
  Als jij dit niet zult kunnen (gekund zult hebben), Menelaos,
  zul jij door deze rechterhand sterven,
ontvangt een dagelijks rantsoen en slaapt in een kleine lap. Hetzelfde kun je zeggen over al die mensen 50 die verwend [als zij zijn] een draagstoel boven de hoofden van de mensen en boven de massa laat zweven: van al die mensen is het geluk gespeeld. Je zult hen minachten als je hen van hun masker beroofd zult hebben. Als je van plan bent een paard te kopen, zul je bevelen dat het zadelkleed wordt losgemaakt, je trekt de kleding weg van slaven die verkocht worden, opdat niet enige gebreken van het lichaam verborgen zijn: taxeer jij een mens die in kleding gehuld is? Al wat (er is dat) eventueel niet in de smaak zou vallen, dat verbergen de slavenhandelaars met een of andere verleidelijke verfraaiing, en zo (dus) zijn voor de kopers 55 juist (zelf) de versieringen verdacht: of je [nu] een been of een arm omwikkeld zou zien, je zou bevelen dat het ontbloot werd en dat het lichaam zelf aan jou getoond werd. Zie jij die koning van Scythië of Sarmatië mooi door het sieraad om (van) zijn hoofd? Als jij hem wilt beoordelen en helemaal wilt weten wat voor man hij is, maak [dan] zijn diadeem los: daaronder gaat veel kwaad schuil. Wat praat ik over anderen? Als jij jezelf nauwkeurig zult willen afwegen, dan moet jij je geld, huis, status opzij zetten, je moet jezelf van binnen 60 bekijken: nu laat je aan anderen over hoe jij bent. Het ga je goed.