Hoofdstuk 11, tekst 1C: Een nachtelijk bezoek (58.1-5)
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 3
1 Na verloop van een paar dagen ging Sextus Tarquinius zonder dat Collatinus het wist met één metgezel naar Collatia. Daar vriendelijk ontvangen door hen die niet op de hoogte waren van zijn plan, toen hij na de maaltijd naar het gastenverblijf was gebracht, ging hij brandend van liefde, nadat de omgeving voldoende veilig scheen en allen diep in slaap, met getrokken zwaard naar de slapende Lucretia en na met zijn linkerhand de borst van de vrouw te hebben (naar beneden) gedrukt, zei hij: ‘Zwijg, Lucretia; ik ben Sextus Tarquinius;
5 er is een zwaard in mijn hand; je zult sterven als je een kik zult hebben gegeven/zult geven.’ Toen de uit haar slaap opgeschrikte vrouw geen enkele hulp, (maar) een dreigende dood nabij zag, toen bekende Tarquinius zijn liefde, smeekte, mengde dreigementen met smeekbeden, beïnvloedde de geest van de vrouw op alle manieren. Toen hij zag dat ze standvastig was en zelfs niet door doodsangst van mening veranderde, voegde hij bij haar angst (nog) schande toe: hij zei dat hij naast haar lijk een vermoorde naakte slaaf zou leggen, opdat men zei dat zij tijdens overspel met iemand van lage afkomst was gedood. Toen door dit schrikbeeld zijn als het ware zegevierende wellust haar hardnekkige kuisheid had overwonnen, en
10 Tarquinius, daarna, uitgelaten over het veroveren van de eer van de vrouw, vertrokken was, stuurde Lucretia, bedroefd over de zo grote ellende/krenking eenzelfde bericht zowel naar Rome naar haar vader als naar Ardea naar haar man, (op)dat zij ieder met één trouwe vriend kwamen; dat ze zo moesten handelen en zich moesten haasten; dat iets afschuwelijks was gebeurd.