hoofdstuk 7, tekst C (versie 1)
Categorie: Boek > Vivat Roma > Boek 1
kijk vanaf het eiland Tenedus naderen 2 reusachtige slangen over de zee.
reeds bereiken zij de kust.
Hun ogen zijnmet bloed doorlopen en zij bewegen hun gespleten tongen aan 1 stuk door.
Regelrecht gaan zij naar de priester en zonen.
Zij vallen eerst de zonen aan.
Zij slingeren zich rondom hun lichamen.
Zij drukken hun tanden in de jongens en spuwen gif uit.
De ongelukkige vader komt aanrennen.
Hij probeert de slangen te doden met een lans.
Nu vallen de slangen de vader aan.
Zij omwikkelen hem met kronkels en zo proberen zij hem te doden.
Laocoon heft een geschreeuw aan naar de hemel en hij roept de goden aan.
Tevergeefs.Hij gehoorzaamt aan de dood. Wij huiveren.
Op deze manier straffen de goden de priester