Hoofdstuk 31, opdracht 5
Categorie: Boek > Lingua Latina > Boek 3
1. Deze man was niet zeer knap.
2. Maar vele vrouwen met grote schoonheid hielden van hem.
3. In de oorlog was hij zeer wreed.
4. Maar velen prezen zijn vergevingsgezindheid.
5. En de man was bovendien zeer moedig.
6. Hij zelf vocht dapper in de grootste gevaren.
7. Hoewel het geluk hem lange tijd begunstigd had, werd hij door vijanden wreed vermoord.