Hoofdstuk 10, tekst 4A: De taakverdeling (43)
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 3
1 Maar in Rome had Lentulus met de overigen, die de leiders van de samenzwering waren, na - naar het scheen - grote troepen in gereedheid gebracht te hebben, besloten dat, wanneer Catilina met zijn leger naar het land van Aefulae gekomen was, de volkstribuun Lucius Bestia na een volksvergadering belegd te hebben zou klagen over de daden van Cicero en de schuld voor de zeer ernstige oorlog(stoestand) aan die fantastische consul zou geven; dat door dat teken in de volgende nacht de rest van de menigte der samenzwering ieder zijn eigen taak
5 zou uitvoeren.
Deze (taken) nu waren, naar men zegt, op deze manier verdeeld: dat Statilius en Gabinius met een grote groep twaalf strategische plaatsen van de stad tegelijk in brand zouden steken, opdat bij de verwarring als gevolg daarvan de mogelijkheid om de consul en de overigen, tegen wie een aanslag werd voorbereid, te pakken gemakkelijker zou worden; Cethegus zou de deur van Cicero blokkeren en hem met geweld aanvallen; zo zou de een deze, de ander die doden, maar de zonen der families, van wie het grootste deel tot de nobiles behoorde, hun vaders doden; tegelijk zouden zij wanneer alles door moord en brand in verwarring was gebracht zich uit de voeten maken naar Catilina.
Tussen deze voorbereidingen en besluiten door 10 bleef Cethegus maar steeds klagen over de laksheid van de bondgenoten: namelijk dat zij door te aarzelen en de dagen uit te stellen grote kansen verspeelden; men had behoefte aan een daad, geen geklets in zo’n gevaar(lijke toestand) en dat hij zelf, als maar een paar zouden helpen, als anderen te sloom waren, een aanval zou doen op het senaatsgebouw. Van nature was hij woest, wild en daadkrachtig; de grootste winst lag in snelheid, meende hij.