Hoofdstuk 3, proefvertaling
Categorie: Boek > Vivat Roma > Boek 1
Aeneas is een Trojaan.
Aeneas rent. Hij vlucht.
Anchises is een Trojaan.
Anchises vlucht.
Hij rent niet; hij is immers een oude man.
Ascanius is een Trojaan.
Ascanius vlucht.
Hij rent; hij is immers een jongen.
Aeneas en Anchises en Ascanius vluchten. Waarom vluchten ze?
Ze zijn bang. Er woedt (een) oorlog. Troje is ingenomen.