Hoofdstuk 3, tekst C: Taaloefeningen
A
1 De vrouw zorgt voor vuur
2 God bewoont de tempel
3 Vader beschermt moeder, dochter en zoon.
4 Het volk vreest de god en godin
5 Heerser houdt van oorlog maar de koningin houdt niet van oorlog.
6 God zit in de tempel
7 Mars vreest niet. Hij overwint altijd
8 zoon verlaat vader
9 Dochter verlaat moeder
10 Hij/zij verlaat de stad en bereikt de tempel
B
1 Urbem - Aneas verlaat de stad
2 Ignis - In de tempel is vuur
3 Dea - Venus is godin
4 filium - Venus heeft een zoon.
C
Groep 1: Regina, Dea
Groep 2: Deus, Templum, Populus, Filius
Groep 3: Ignis, soror, uxor