Hoofdst 26, tekst A : Taaloefening A
1. Salutabit = Hij zal groeten
2. Capies = Jij zult nemen
4. Eritis = Jullie zullen zijn
5. Mittam = Ik zal zenden
6. Poteritis = Jullie zullen kunnen
8. Volet = Hij zal willen
9. Mittet = Hij zal zenden
11. Ponemus =
13. Monebitis = Jullie zullen wachten
16. Scribes = Jij zult schrijven
17. Iungetis =
18. Rapiam = Ik zal roven
19. Dabunt = Zij zullen geven
20. Finges = Jij zal vormen