Hoofdstuk 20, tekst A (versie 2)
Categorie: Boek > Vivat Roma > Boek 2
Temidden van/onder het tumult beval Tanaquil dat het paleis gesloten werd en ze zette alle getuigen eruit. Intussen, terwijl ze de wond van de koning verzorgde, ontbood ze Servius. Nadat ze aan hem haar bijna levenloze man getoond had, zei ze, terwijl ze zijn rechterhand vasthield: Herders, door de zonen van Ancus Martius gezonden, hebben de koning met een bijl gedood. Als door de plotselinge situatie jouw plannen verlamd zijn, volg dan de mijne. Van jou immers, o Servius is het rijk, als je een man bent, niet van diegenen die met andermans handen de koning hebben gedood.
Intussen was het gerucht verspreid dat de koning gedood was. Een grote menigte van mensen was bij het paleis samengekomen. Dus besloot Tanaquil, toen ze de kreten van de menigte hoorde, het volk te kalmeren. Vanuit een hogergelegen deel van het paleis sprak ze door een raam het volk toe. Ze zei dat er een afschuwelijke zaak voorgevallen was. Dat de koning door de slag van een bijl getroffen was. Dat het ijzer echter volstrekt niet diep in zijn lichaam terechtgekomen was. Ik heb de wond bekeken zei ze, en alles ziet er gezond uit. De koning is al bijgekomen. Spoedig zullen jullie hem zie. Intussen zal Servius Tullius, die bij jullie allen in grote eer staat de taken van de koning vervullen.