Hoofdstuk 19, tekst A
Categorie: Boek > Vivat Roma > Boek 2
Er werd een teken gegeven en de drielingen raakten slaags. Wapens kletterden, zwaarden flitsten, het huiver overviel reusachtig de kijkers. Meteen bij het eerste treffen, werden twee Romeinen gedood, en werden 3 Albanen verwond. De Albaanse soldaten schreeuwden het uit van vreugde, de Romeinen zwijgen. Door bangen zorgen werden ze vervuld, zodra ze de 3 Curiatii rondom de ene Horatius zagen staan. Toevallig was die ongedeerd. Hij begreep dat hij alleen geen weerstand kon bieden aan de 3 Curiatii. Daarom verzon hij een list. Hij vluchtte weg van de plek, waar zijn broers gedood waren. Terwijl hij vluchtte, keek hij om en zag dat de Curiatii hem met grote tussenruimtes achterna zaten. Een van hen, die de kleinste wond had opgelopen, was al dichtbij. Toen stond Horatius plotseling stil en rende terug naar hem. Met zijn zwaard doodde hij deze Curiatius. Vervolgens wachtte hij de 2e Curiatus op. Ook deze werd gedood door hem. Tenslotte doodde hij de 3e Curiatius op dezelfde manier, terwijl hij hem toesnauwde: "Ook jij zult aan mij je leven geven, omdat je mijn broers gedood hebt!" Nu waren de Albani stil en juichten de Romeinen van vreugde. Ze konden nauwelijks geloven dat ze de overwinning hadden behaald. Vervolgens werd Horatius door de soldaten juichend ontvangen.