Hoofdstuk 3, tekst B (versie 2)
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 1
Juppiter zit in de tempel. Juppiter heeft een staf. Het volk vereerdt de god. De god beschermt het volk. Het volk vreest de god ook, want de god stuurt bliksem. Juno zit ook in de tempel. Ze zit naast Juppiter. Het volk vereert de godin. De godin beschermt het huwelijk. Minerva zit ook in de tempel. Ze zit naast Juppiter en Juno. Ze heeft een helm en een speer vast. Minerva heeft geen zoon of dochter. Mars heerst in Italiƫ. Hij heeft een helm en een speer vast. In Italiƫ is vaak oorlog. Want Mars houdt van oorlog. Het volk is bang voor de god.