Hoofdstuk 8, tekst C
1) Aigeus, de heerser van Athene, beklimt dagelijks
2) de hoge kust van Attika en kijkt naar de zee:
3) want hij mist zijn zoon erg en de andere kinderen ook.
4) Na lange tijd merkt hij het schip op,
5) maar in plaats van vreugde houdt de angst de heerser in zijn greep:
6) want het schip is zonder witte zeilen;
7) zwart zijn de zeilen van het schip!
8) Nu huilt Aigeus veel en jammert:
9) ‘Wat vreselijk, de Minotauros heeft mijn zoon vermoord.!
10) Nu zal ik mijzelf ook van het leven beroven!’
11) Daarna gooit hij zichzelf van de hoge kust af,
12) hij valt in de zee en zo sterft hij.
13) Wat is de oorzaak van het verschrikkelijke ongeluk?
14) Het verdriet over Ariadnè is de oorzaak.
15) Want door het verdriet bekommert Theseus zich niet over de zeilen.
16) Zo, zonder het te willen, is hij de oorzaak van de dood van Aigeus.