Hoofdstuk 1, tekst 2B: God schept de mens (2.4-7)
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 3
Dat is de geboorte van de hemel en de aarde, toen ze geschapen zijn, op de dag
waarop de Heer God hemel en aarde schiep. En voordat al het struikgewas van de akker in de aarde ontstond en voordat al het gras van het veld groeide; want de Here God had het niet doen regenen over de aarde en er was geen mens om het land te bebouwen; maar een damp steeg op uit de aarde, die de gehele oppervlakte van de aarde bevochtigde. Dus vormde Here God de mens uit het stof van de aarde, en blies de levensadem in zijn gezicht en de mens is gemaakt tot een levende ziel.