Hoofdstuk 5, taaloefeningen en grammatica 5a
Grammatica tekst 5b:
3.
dat er nog een zin komt met
Taaloefeningen tekst 5b:
A.
1. De vreemdeling is niet geliefd
2. De slechte man is naar de koningin gekomen -
3. De godin houdt van de mooie daad
B.
1. Daar zegt Herakles tegen de slechte man -
2. De koningin stuurt de vreemdeling meteen naar de verschrikkelijke strijd -
3. De godin gaat naar het mooie land - n.v.t. geen bijwoord
4. De god bewondert de dappere man erg -