Hoofdstuk 27, tekst B: taaloefeningen
1. hij wordt gegroet C
2. hij wordt gegroet
3. ze worden bang gemaakt C
4. ze worden bang gemaakt
5. ik zal worden gestuurd
- ik word gezonden C
6. ik word gestuurd
7. jullie worden gehoord C
8. jullie zullen worden gehoord
9. jullie worden gehoord
- jullie moeten gehoord worden
10 jij wordt gepakt C
11 jij zal worden gepakt
12 jij wordt gepakt
13 jij wordt gezonden
- jij zal gezonden worden
B 1) imponetur / is geen conjunctivus
2) eat / is geen passief
3) -
4) loquatur / is geen conjunctivus imperfectum (is ook als enige deponens)
5) occupet / is geen conjunctivus