Hoofdstuk 10, tekst D: Iphigeneia smeekt Agamemnon
Als ik, vader, het woordgebruik van Orpheus had
om door zang (letterlijk: erbij zingend) te overtuigen, zodat rotsen mij volgden,
en om met mijn woorden wie ik wilde te betoveren,
dan zou ik daartoe overgegaan zijn; maar nu (= in werkelijkheid) zal ik
1215 tranen verschaffen, de wijsheid van mij; want dat zullen wij wel kunnen.
Als bewijs van mijn smeken druk ik tegen uw knieën
mijn lichaam, dat zij hier voor u baarde,
opdat u mij niet ontijdig te gronde richt; want het is aangenaam het licht
te zien; dwing mij niet de dingen onder de aarde te zien.
1220 Als eerste heb ik jou vader genoemd en jij mij kind;
als eerste plaatste ik op jouw knieën (letterlijk: gaf ik aan, ptc.) mijn lichaam
en gaf lieve liefkozingen en kreeg ze op mijn beurt.
Jouw woord was het volgende: ‘Mijn kind,
zal ik jou gelukkig zien in het huis van een man
1225 levend en bloeiend op een manier die mij waardig is?’
Mijn woord op mijn beurt was dit, terwijl ik om jouw kin1 hing, die ik nu met
mijn hand vastgrijp:
‘Wat zal ik met jou doen? Zal ik jou als oude man ontvangen in de vertrouwde
(letterlijk: dierbare/eigen) gastvrijheid van mijn huis,
1230 vader, aan jou verzorging teruggevend voor je inspanningen?‘
Die woorden herinner ik mij,
maar jij bent ze vergeten, en je wilt mij doden.
Nee, bij Pelops, bij Atreus, uw vader,
en bij mijn moeder hier, die, terwijl zij mij vroeger met pijn voortbracht
1235 nu voor de tweede keer hier pijn heeft.
Wat heb ik te maken met het huwelijk van Alexandros
en Helena? Op grond waarvan is hij gekomen voor mijn ondergang, vader?
Kijk naar mij, geef mij een blik en een kus,
opdat ik tenminsste die herinnering aan u heb als ik sterf,
1240 als u niet overtuigd wordt door mijn woorden.
Broer, jij bent een kleine hulp voor jouw geliefden,
maar huil toch mee, smeek je vader dat je zus niet
sterft; ook bij jonge kinderen ontstaat de gewaarwording, zeg ik je,
1245 van ellende. Zie, zwijgend smeekt hij jou, vader.
Maar, heb ontzag voor mij en heb medelijden met mijn leven.
Bij uw kin1 pakken twee geliefden u vast;
De een is jong, en de ander groot.
Door het tot één woord in te korten zal ik het hele betoog winnen:
1250 Dit licht te zien is voor mensen het alleraangenaamste,
en de dingen beneden zijn niets. Hij die wenst te sterven
is gek; slecht leven is beter dan mooi sterven.